Artikel
Berlijn: Ulf Stolterfoht
4 april 2013
Ulf Stolterfoht werd geboren in 1963 en groeide op in de wijk Heslach in het zuiden van Stuttgart. Achterin zijn bundel holzrauch über heslach bedankt hij de obers van drie café’s aan het Piazza Bologna in Rome voor hun engelengeduld tijdens de zes maanden dat hij de bundel daar aan het schrijven was. Het schrijven in cafés, in een achterafzaaltje, is ook dagelijkse praktijk in Berlijn, zelfs al staat het café op de hoek van de eigen straat. Stolterfoht zal er alles aan doen om te benadrukken dat het lange ‘ethnologisches Gedicht’ quasi-autobiografisch is en het de lezer alleen maar op de verkeerde been zet. Het handelt wel degelijk over de Stuttgartse wijk Heslach omstreeks 1979. Net als alle fachsprachen is heslach vormvast: negen delen met reeksen van telkens negen gedichten van telkens dezelfde lengte, vier strofes van ieder zes regels waarvan zelfs de regellengte bijna gelijkwaardig is. Toch is holzrauch über heslach Stolterfohts handvat voor de Duitse lezer, hij kreeg er de Peter Huchel-Preis voor en de bundel is uitverkocht.
Grappig is het kleine boekje handapparat heslach dat bij Roughbooks verscheen, voorzien van de top 10 uit de hitlijsten van juni 1979 in de Verenigde Staten en in de toenmalige Bundesrepublik Deutschland. Stolterfoht noemt zijn invloeden: de Duitstalige dichters Oskar Pastior en Herman Heissenbüttel. Hij is vertaler van onder meer J.H. Prynne, Tom Raworth, Gertrude Stein. Maar ook Captain Beefheart (‘Kapitän Rinderherz’) komt voorbij. Treffend is een foto uit 1981 waarop een jonge Stolterfoht met zijn handen op een van de eerste exemplaren van de beruchte vouwfiets, een laag model met uiterst kleine wieltjes. De foto is genomen tijdens het project Wandergewerbe, waarin Duitse jongeren twee weken lang de straat op werden gestuurd om te ervaren hoe het is om te leven als dakloze. Het project mislukte: de jongen naast Ulf op de foto – met normale fiets aan de hand en in gesprek met een politie-agent – was naar Duitse normen dermate goodlooking, dat het tweetal veelvuldig onderdak werd geboden door oudere alleenstaande dames. Ulf kon op de bank slapen terwijl zijn compaan de sponde diende te delen.
In handapparat neemt Stolterfoht telkens een strofe of een fragment uit holzrauch über heslach en licht die toe met teksten, anekdotes, foto’s of voornoemde hitlijsten, tekeningetjes, referenties, citaten uit liedjes of een schoolkrant (“Hey Deutschland, hast du ein BILD-Abonnement?”). Opvallend zijn de ‘Zehn Thesen zur windischen Lyriek’, op 6 juni 1979 op een kerkdeur geprikt, waaruit de volgende regels:
2) Schreibe unverständlich, aber gut.
4) Vermeide Titel – sie schränken dich ein und unterbrechen den Fluß
6) Rhytmus muß, Reim darf sein. Zeilenbruch ist kein Sinngenerator.
8) Schreibe streng elitär. Sollte man dir aber “elitäres Schreiben” zum Vorwurf machen, bestreitest du es vehement. Lege dir diesbezüglich Argumente zurecht.
De ‘One-Man-Band’ Stolterfoht werkt niet op vinyl maar op papier, nuanceert Matthias Kniep zijn predikaat. Dagelijks post Ulf Stolterfoht muziekfilmpjes op zijn blog Brueterich, wat met de beter beschermde auteursrechten in Duitsland nog een hele heisa is. Ulf Stolterfoht is een uiterst eigenaardig en indivualistisch dichter die iedere keer als men hem als voorman noemt van de hedendaagse Duitse dichtkunst daar zo snel als hij kan afstand van doet. Het zou verleidelijk zijn om hem te vergelijken met Tonnus Oosterhoff, maar dergelijke oneigenlijke vergelijkingen tussen verschillende talen gaan meestal stevig mank. Naast Elke Erb en Monika Rinck is hij een van de grote dichters uit Berlijn en getekend door een eigen stemgeluid en hoogst persoonlijke werkwijze.
Als ik eerder probeerde de verschillen tussen poëzie in verschillende landen te duiden (in de Tagesspiegel of in een verslag van mijn Parijse jaren), was dat door de omstandigheden ter plekke te omschrijven en door te laten zien hoe anders dan in Nederland het er daar aan toegaat. Een gevaarlijker manier is door te kijken naar de receptie. In Berlijn bestaat geen onderscheid tussen avant-garde en mainstream, zei Matthew Sweeney, en ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Tegelijk verschilt ook de literaire kritiek in Duitsland van die in andere landen en is die nog aanwezig in dagbladen. Door de geografische ligging van Berlijn heeft literatuur er altijd een politieke lading gehad en al dermate lang dat die lading niet modieus of tijdgebonden is. Of het werk van Stolterfoht experimenteel is of niet, is in eerste plaats een kwestie voor zijn directe omgeving. Wat mij betreft kan Nederland een stevige injectie Ulf Stolterfoht goed gebruiken.
Ulf Stolterfoht. holzrauch über heslach. Gedichte. Urs Engeler Editor (2007)
Ulf Stolterfoht. fachsprachen XXVIII-XXXVI. Gedichte. Urs Engeler Editor (2009)
Ulf Stolterfoht. handapparat heslach: Quellen und Materialien. roughbooks (2011)
Ulf Stolterfoht is in april writer in residence van de Universiteit van Utrecht. Hij verzorgt op 24 april de Belle van Zuylenlezing en is te gast op het city2citiesfestival.
Op uitnodiging van Poetry International doet dichter en poëzierecensent Erik Lindner op deze site twee keer per maand verslag van zijn ervaring als lezer en als reiziger. Dichtbundels, vertalingen, evenementen en festivals komen aan bod. De ene keer richt hij zich op poëzie van Nederlandse bodem, de volgende keer op poëzie uit de rest van de wereld. Jarenlang schreef Lindner columns voor De Groene, eerst voor het blad, later online. Al Lindners columns en recensies voor De Groene en andere bladen vindt u hier.
Het voordeel van Berlijn is dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen mainstream en avant-garde, zegt de Ier aan tafel. We zitten in een café in Ottawa. Dat klinkt als holle begrippen, maar na een jaar in Berlijn weet ik wel wat hij bedoelt. Overal waar ik heen reis is een Ier me net voor me geweest, en meestal heet hij Matthew Sweeney. En waar Ierse poëzie er voor ons traditioneel uit kan zien, kunnen juist de vreemde invloeden in zijn werk hem in zijn thuisland de naam avant-gardist opleveren. Ook dat hangt er maar net van af waar je bent.
Het merendeel van de dichters in Duitsland verhuisde de afgelopen tien jaar naar Berlijn. Volgens Ulf Stolterfoht maakt Berlijn je beter als dichter: je hebt er meer werk en er is minder competitie. Het moet erbij gezegd: Ulf is dan ook een heel lieve man – en dat helpt. Hij is de auteur van de fachsprachen (jargontalen), series van telkens negen gedichten die hij sinds 1998 uitbrengt. Je moet nu eenmaal iets hebben om over te dichten, riep Stolterfoht afgelopen zomer in het Literarisch Colloquium Berlin. Bekend is dat hij liever muziek zou maken. Matthias Kniep noemde hem als dichter ‘die weltbeste One-Man-Indie-Band’. Matthijs de Ridder stelt in nY de vraag over Stolterfohts fachsprachen ‘wat nu als je dicht in een taal die je niet beheerst’, namelijk een die is samengesteld uit woordenboeken en andere specialistische handboeken. Opvallend is hoe onvoorstelbaar komisch de fachsprachen ondertussen zijn en hoe moeilijk vertaalbaar. Een van de meest vindingrijke vertalers Duits-Nederlands van het moment, Erik De Smedt, deinsde er na eerdere ervaringen voor terug, omdat volgens hem wat aan Ulfs werk goed zijn niet te vertalen is. Nu moet je in literatuur altijd doen wat niet kan, om vertaler Anneke Brassinga in haar essayboek Het zere been te parafraseren. In Stolterfohts gedicht ‘Nicht-wahrnemung einer gedichtchance’ (uit de meest recente fachsprachen) spreekt hij ondanks de spagaat waarin het hem bracht zijn ‘warmste dank’ uit ‘aan de stichting bedenkelijk dichten’ (vertaling Ton Naaijkens).Ulf Stolterfoht werd geboren in 1963 en groeide op in de wijk Heslach in het zuiden van Stuttgart. Achterin zijn bundel holzrauch über heslach bedankt hij de obers van drie café’s aan het Piazza Bologna in Rome voor hun engelengeduld tijdens de zes maanden dat hij de bundel daar aan het schrijven was. Het schrijven in cafés, in een achterafzaaltje, is ook dagelijkse praktijk in Berlijn, zelfs al staat het café op de hoek van de eigen straat. Stolterfoht zal er alles aan doen om te benadrukken dat het lange ‘ethnologisches Gedicht’ quasi-autobiografisch is en het de lezer alleen maar op de verkeerde been zet. Het handelt wel degelijk over de Stuttgartse wijk Heslach omstreeks 1979. Net als alle fachsprachen is heslach vormvast: negen delen met reeksen van telkens negen gedichten van telkens dezelfde lengte, vier strofes van ieder zes regels waarvan zelfs de regellengte bijna gelijkwaardig is. Toch is holzrauch über heslach Stolterfohts handvat voor de Duitse lezer, hij kreeg er de Peter Huchel-Preis voor en de bundel is uitverkocht.
Grappig is het kleine boekje handapparat heslach dat bij Roughbooks verscheen, voorzien van de top 10 uit de hitlijsten van juni 1979 in de Verenigde Staten en in de toenmalige Bundesrepublik Deutschland. Stolterfoht noemt zijn invloeden: de Duitstalige dichters Oskar Pastior en Herman Heissenbüttel. Hij is vertaler van onder meer J.H. Prynne, Tom Raworth, Gertrude Stein. Maar ook Captain Beefheart (‘Kapitän Rinderherz’) komt voorbij. Treffend is een foto uit 1981 waarop een jonge Stolterfoht met zijn handen op een van de eerste exemplaren van de beruchte vouwfiets, een laag model met uiterst kleine wieltjes. De foto is genomen tijdens het project Wandergewerbe, waarin Duitse jongeren twee weken lang de straat op werden gestuurd om te ervaren hoe het is om te leven als dakloze. Het project mislukte: de jongen naast Ulf op de foto – met normale fiets aan de hand en in gesprek met een politie-agent – was naar Duitse normen dermate goodlooking, dat het tweetal veelvuldig onderdak werd geboden door oudere alleenstaande dames. Ulf kon op de bank slapen terwijl zijn compaan de sponde diende te delen.
In handapparat neemt Stolterfoht telkens een strofe of een fragment uit holzrauch über heslach en licht die toe met teksten, anekdotes, foto’s of voornoemde hitlijsten, tekeningetjes, referenties, citaten uit liedjes of een schoolkrant (“Hey Deutschland, hast du ein BILD-Abonnement?”). Opvallend zijn de ‘Zehn Thesen zur windischen Lyriek’, op 6 juni 1979 op een kerkdeur geprikt, waaruit de volgende regels:
2) Schreibe unverständlich, aber gut.
4) Vermeide Titel – sie schränken dich ein und unterbrechen den Fluß
6) Rhytmus muß, Reim darf sein. Zeilenbruch ist kein Sinngenerator.
8) Schreibe streng elitär. Sollte man dir aber “elitäres Schreiben” zum Vorwurf machen, bestreitest du es vehement. Lege dir diesbezüglich Argumente zurecht.
De ‘One-Man-Band’ Stolterfoht werkt niet op vinyl maar op papier, nuanceert Matthias Kniep zijn predikaat. Dagelijks post Ulf Stolterfoht muziekfilmpjes op zijn blog Brueterich, wat met de beter beschermde auteursrechten in Duitsland nog een hele heisa is. Ulf Stolterfoht is een uiterst eigenaardig en indivualistisch dichter die iedere keer als men hem als voorman noemt van de hedendaagse Duitse dichtkunst daar zo snel als hij kan afstand van doet. Het zou verleidelijk zijn om hem te vergelijken met Tonnus Oosterhoff, maar dergelijke oneigenlijke vergelijkingen tussen verschillende talen gaan meestal stevig mank. Naast Elke Erb en Monika Rinck is hij een van de grote dichters uit Berlijn en getekend door een eigen stemgeluid en hoogst persoonlijke werkwijze.
Als ik eerder probeerde de verschillen tussen poëzie in verschillende landen te duiden (in de Tagesspiegel of in een verslag van mijn Parijse jaren), was dat door de omstandigheden ter plekke te omschrijven en door te laten zien hoe anders dan in Nederland het er daar aan toegaat. Een gevaarlijker manier is door te kijken naar de receptie. In Berlijn bestaat geen onderscheid tussen avant-garde en mainstream, zei Matthew Sweeney, en ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Tegelijk verschilt ook de literaire kritiek in Duitsland van die in andere landen en is die nog aanwezig in dagbladen. Door de geografische ligging van Berlijn heeft literatuur er altijd een politieke lading gehad en al dermate lang dat die lading niet modieus of tijdgebonden is. Of het werk van Stolterfoht experimenteel is of niet, is in eerste plaats een kwestie voor zijn directe omgeving. Wat mij betreft kan Nederland een stevige injectie Ulf Stolterfoht goed gebruiken.
Ulf Stolterfoht. holzrauch über heslach. Gedichte. Urs Engeler Editor (2007)
Ulf Stolterfoht. fachsprachen XXVIII-XXXVI. Gedichte. Urs Engeler Editor (2009)
Ulf Stolterfoht. handapparat heslach: Quellen und Materialien. roughbooks (2011)
Ulf Stolterfoht is in april writer in residence van de Universiteit van Utrecht. Hij verzorgt op 24 april de Belle van Zuylenlezing en is te gast op het city2citiesfestival.
Op uitnodiging van Poetry International doet dichter en poëzierecensent Erik Lindner op deze site twee keer per maand verslag van zijn ervaring als lezer en als reiziger. Dichtbundels, vertalingen, evenementen en festivals komen aan bod. De ene keer richt hij zich op poëzie van Nederlandse bodem, de volgende keer op poëzie uit de rest van de wereld. Jarenlang schreef Lindner columns voor De Groene, eerst voor het blad, later online. Al Lindners columns en recensies voor De Groene en andere bladen vindt u hier.
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère