Dichter
Albert Bontridder
Albert Bontridder
(België, 1921)
Biografie
Albert Bontridder is architect én dichter. Hij maakte deel uit van de redactie van het innovatieve tijdschrift Tijd en Mens, dat een belangrijke rol speelde in de invoering van het modernisme in de poëzie en de literatuur in Vlaanderen. Hij debuteerde in het Frans in 1951 met Poésie se brise en in het Nederlands met de bundel Hoog water (1951). De geëngageerde gedichten rond Willie McGee in Dood hout (1955) lieten hem doorbreken. In 1973 verscheen al een eerste verzamelbundel Gedichten 1942-1972.In de bundel Wonen in de vloed reflecteert Albert Bontridder over wat architectuur en poëzie voor hem tijdens zijn leven betekend hebben en nog steeds betekenen. De gedichten zijn overwegingen, standpuntbepalingen en bedenkingen bij een aantal gebouwen die hij ook in de bundel schetst. Op die manier worden heel wat van de gedichten die in deze bundel opgenomen zijn concreet en aanschouwelijk. Deze dichter is er zich van bewust dat een huis bewonen, noem het het huis van de poëzie, meer geborgenheid biedt dan het niet-thuis-zijn in de tijd. Niet voor niets opent de bundel met een Rilke-citaat: ‘Das ist die Sehnsucht: wohnen im Gewoge / und keine Heimat haben in der Zeit . . . ’, dat hem ook de titel van de bundel aanreikte.
© Patrick Peeters (Translated by Rosalind Buck)
Bibliografie (selectie)Gedichten 1942-1972, De Standaard-Van Kampen, Antwerpen/Baarn, 1973
Huizen vieren haat. Manteau, Brussel/Amsterdam,1979
Een oog te veel, Manteau, Brussel/Amsterdam,1984
De tuinen van Naxos, Druksel, Gent, 2004
Wonen in de vloed, Poëziecentrum, Gent, 2012
Prijzen (selectie)
1957: de Arkprijs van het Vrije Woord
1970: de Dirk Martensprijs
1972: de Jan Campertprijs
Links
Video van ‘Hommage aan Bontridder’, Poëziecentrum en Passa Porta
Tom Van Imschoot schreeft over Wonen in de vloed, nY
Gedichten
Gedichten van Albert Bontridder
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère