Poetry International Poetry International
Gedicht

Gary Geddes

SULLIVAN

SULLIVAN

Er hangt een vreemde stilte in St. Stephen
terwijl we de bestorming van het schoolgebouw afwachten.
Verpleegsters fladderen als vlinders tussen de gewonden,
bieden een woord, een aanraking, een sigaret.
Als de vijand door de deur breekt

lig ik op een veldbed aan het einde van de gang,
mijn hoofd omzwachteld, mijn been door een draagband gestut.
Kreten en protesten als twee soldaten de zieken en gewonden
in hun bedden aan de bajonet gaan rijgen.
Een verpleegster werpt zich op een van onze jongens

om hem te beschermen – het zou die knaap uit Queen
geweest kunnen zijn – en beiden worden ze 
door één bajonetstoot gedood.
Ik denk dat ze geliefden waren. Eindelijk opgeprikt
spartelt ze niet tegen. Haar handen

gaan eenmaal open en dicht als vlindervleugels,
en de donkere vlek op haar witte, gesteven uniform
ontvouwt zich als een chrysant, een bloedrode zon.
Ik snijd de draagband om mijn been door, schiet
de naastbij gelegen kiel aan en sta dwaas saluerend            
in de houding. Mijn rechterwijsvinger 
wrijft over het vochtige verbandgaas.

De slachters worden later door hun eigen officieren gedood;            
een van hen had, naar ’t schijnt, een broer verloren
bij de laatste bestorming.

SULLIVAN

There’s a strange hush at St. Stephen’s
as we wait for them to storm the College.
Nurses drift like butterflies among the injured,
offering a word, a touch, a cigarette.
When the enemy bursts through the door

I’m lying on a cot at the far end of the corridor,
my head bandaged, my leg supported in a sling.
Two soldiers proceed to bayonet the sick and wounded
in their beds, to a chorus of screams and protests.
A nurse throws herself of top of one of our boys

to protect him—it might have been the kid
from Queen’s—and they both are killed
by a single thrust of the bayonet.
I suppose they were sweethearts.  Pinned
at last, she does not struggle.  Her hands

open and close once, like tiny wings,
and the dark stain on her white, starched uniform
spreads like a chrysanthemum, a blood-red sun.
I cut the cord supporting my leg, slip on 
the nearest smock and stand foolishly at attention,

making the salute.  My right index finger
brushes the damp cotton of the bandage.
Later, the butchers are shot by their own officers;
one, apparently, had lost a brother
in the final assault.

Close

SULLIVAN

Er hangt een vreemde stilte in St. Stephen
terwijl we de bestorming van het schoolgebouw afwachten.
Verpleegsters fladderen als vlinders tussen de gewonden,
bieden een woord, een aanraking, een sigaret.
Als de vijand door de deur breekt

lig ik op een veldbed aan het einde van de gang,
mijn hoofd omzwachteld, mijn been door een draagband gestut.
Kreten en protesten als twee soldaten de zieken en gewonden
in hun bedden aan de bajonet gaan rijgen.
Een verpleegster werpt zich op een van onze jongens

om hem te beschermen – het zou die knaap uit Queen
geweest kunnen zijn – en beiden worden ze 
door één bajonetstoot gedood.
Ik denk dat ze geliefden waren. Eindelijk opgeprikt
spartelt ze niet tegen. Haar handen

gaan eenmaal open en dicht als vlindervleugels,
en de donkere vlek op haar witte, gesteven uniform
ontvouwt zich als een chrysant, een bloedrode zon.
Ik snijd de draagband om mijn been door, schiet
de naastbij gelegen kiel aan en sta dwaas saluerend            
in de houding. Mijn rechterwijsvinger 
wrijft over het vochtige verbandgaas.

De slachters worden later door hun eigen officieren gedood;            
een van hen had, naar ’t schijnt, een broer verloren
bij de laatste bestorming.

SULLIVAN

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère