Poetry International Poetry International
Gedicht

Maarten van der Graaff

NINETEENTH CLOCKED POEM, IN WHICH I TRY ON CLOTHES

18:30               
I have discovered a hole
in the heart of the nineties,
into which I, if I were alive,
would fit quite well.
 
18:34
The jumps of our present,
these endless vistas.
 
18:36
I will lie with them in the ground,
with my animals, my animals of hide.
I am afraid that my
18:37
hyper-focus
will actually cause someone to die.
18:38
Microscopic writing, inward
facing time.
Not one form left now,
I speak like a ghost exhaling.
18:39
Who can write down time
as ghostly as I can?
Who can make a mistake this long
and not reconsider it
blink against the light
and disappear into the dark?
Keep living and go shopping. I want to shop
and feel what it is to be human.
 
18:43
I am an agent and try on clothes.
I put on lots and lots of woolly clothes
in a tastefully lit fitting-room.
My body is buoyant, wide-awake.
18:46
These clothes. This room.
 
18:47
I drum on my stomach
and observe that my organs
exist.
I keep my organs warm
in the clothes that I buy.
Such dreamlike marketing exists.
18:49
I was called, I heard something.
Flames may descend
at any minute and make the hole
in which I’ll lay myself.
 
18:51              
That the towers have collapsed
is such powerful, darkly magical language
that my youth must have
been pervaded by it.
I remember grainy images,
but see me with my mother
walk through a shopping mall in Roosendaal
or stand in front of my school.
My half-dead time at school.
The market alone brings me alive,
provides me with experiences.
 

NEGENTIENDE GEKLOKTE GEDICHT, WAARIN IK KLEREN PAS

NEGENTIENDE GEKLOKTE GEDICHT, WAARIN IK KLEREN PAS

18:30  
Ik heb een gat ontdekt
in het hart van de jaren negentig,
waar ik, als ik zou leven,
goed in zou passen.

18:34  
Ons verspringende heden,
deze eindeloze vergezichten.

18:36  
Ik zal bij ze liggen in de grond,
bij mijn dieren, mijn dieren van vacht.
Ik ben bang dat mijn
18:37  
hyperfocus
iemand daadwerkelijk zal doen sterven.
18:38  
Microscopisch schrift, naar binnen
geslagen tijd.
Geen enkele vorm meer nu,
ik praat als een uitademend spook.
18:39  
Wie kan zo spookachtig
de tijd opschrijven als ik?
Wie kan zolang een fout maken
en er niet op terugkomen
knipperen tegen het licht
en in het donker verdwijnen?
Doorleven en winkelen. Ik wil winkelen
en mij een mens voelen.

18:43  
Ik ben een actor en pas kleren.
Ik trek heel veel dikke kleren aan
in een sfeervol verlicht pashokje.
Mijn lichaam is opgewekt, klaarwakker.
18:46  
Deze kleren. Dit hokje.

18:47  
Ik beklop mijn buik
en constateer dat mijn organen
bestaan.
Ik houd mijn organen warm
in de kleren die ik koop.
Er bestaat zulke dromerige marketing.
18:49  
Ik ben geroepen, ik heb iets gehoord.
Vuur kan ieder moment
naar beneden komen en de kuil maken
waarin ik mij zal neerleggen.
 
18:51  
Dat de torens zijn ingestort
is zulke machtige, zwart-magische taal
dat mijn jeugd ervan doordrongen
moet zijn geweest.
Ik herinner me gruizige beelden,
maar zie me met mijn moeder
door een winkelcentrum in Roosendaal lopen
of bij mijn school staan.
Mijn halfdode tijd op school.
Alleen de markt maakt mij levend,
bezorgt mij ervaringen.
Close

NEGENTIENDE GEKLOKTE GEDICHT, WAARIN IK KLEREN PAS

18:30  
Ik heb een gat ontdekt
in het hart van de jaren negentig,
waar ik, als ik zou leven,
goed in zou passen.

18:34  
Ons verspringende heden,
deze eindeloze vergezichten.

18:36  
Ik zal bij ze liggen in de grond,
bij mijn dieren, mijn dieren van vacht.
Ik ben bang dat mijn
18:37  
hyperfocus
iemand daadwerkelijk zal doen sterven.
18:38  
Microscopisch schrift, naar binnen
geslagen tijd.
Geen enkele vorm meer nu,
ik praat als een uitademend spook.
18:39  
Wie kan zo spookachtig
de tijd opschrijven als ik?
Wie kan zolang een fout maken
en er niet op terugkomen
knipperen tegen het licht
en in het donker verdwijnen?
Doorleven en winkelen. Ik wil winkelen
en mij een mens voelen.

18:43  
Ik ben een actor en pas kleren.
Ik trek heel veel dikke kleren aan
in een sfeervol verlicht pashokje.
Mijn lichaam is opgewekt, klaarwakker.
18:46  
Deze kleren. Dit hokje.

18:47  
Ik beklop mijn buik
en constateer dat mijn organen
bestaan.
Ik houd mijn organen warm
in de kleren die ik koop.
Er bestaat zulke dromerige marketing.
18:49  
Ik ben geroepen, ik heb iets gehoord.
Vuur kan ieder moment
naar beneden komen en de kuil maken
waarin ik mij zal neerleggen.
 
18:51  
Dat de torens zijn ingestort
is zulke machtige, zwart-magische taal
dat mijn jeugd ervan doordrongen
moet zijn geweest.
Ik herinner me gruizige beelden,
maar zie me met mijn moeder
door een winkelcentrum in Roosendaal lopen
of bij mijn school staan.
Mijn halfdode tijd op school.
Alleen de markt maakt mij levend,
bezorgt mij ervaringen.

NINETEENTH CLOCKED POEM, IN WHICH I TRY ON CLOTHES

18:30               
I have discovered a hole
in the heart of the nineties,
into which I, if I were alive,
would fit quite well.
 
18:34
The jumps of our present,
these endless vistas.
 
18:36
I will lie with them in the ground,
with my animals, my animals of hide.
I am afraid that my
18:37
hyper-focus
will actually cause someone to die.
18:38
Microscopic writing, inward
facing time.
Not one form left now,
I speak like a ghost exhaling.
18:39
Who can write down time
as ghostly as I can?
Who can make a mistake this long
and not reconsider it
blink against the light
and disappear into the dark?
Keep living and go shopping. I want to shop
and feel what it is to be human.
 
18:43
I am an agent and try on clothes.
I put on lots and lots of woolly clothes
in a tastefully lit fitting-room.
My body is buoyant, wide-awake.
18:46
These clothes. This room.
 
18:47
I drum on my stomach
and observe that my organs
exist.
I keep my organs warm
in the clothes that I buy.
Such dreamlike marketing exists.
18:49
I was called, I heard something.
Flames may descend
at any minute and make the hole
in which I’ll lay myself.
 
18:51              
That the towers have collapsed
is such powerful, darkly magical language
that my youth must have
been pervaded by it.
I remember grainy images,
but see me with my mother
walk through a shopping mall in Roosendaal
or stand in front of my school.
My half-dead time at school.
The market alone brings me alive,
provides me with experiences.
 
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère