Gedicht
Ricardo Domeneck
BOOTED
No onewould expect Medea
to swallow,
digestively, her pride
like bread
if the survival kit
calls for revenge:
point its proud
head
down-
stream of all consequences to Jason
& may Glauce
hobble,
furunculosis
in the fuselage
of my fuse-
ego,
without an echo
or union.
Even I, Brutus,
would not know without doubt
what Arthur
would say, in these times
of party switching,
about Guinevere.
I don't care
therefore the
balance of shade of this
deficit
or if
mister prosecutor
dares
pass judgment on the successful
conviction,
in a lawsuit in favor of Troy,
of the trees
used for the one-horse cavalry
of its calvary.
When it comes to
guilty parties,
let he who sees himself as prize
plot the betrayal.
I don't
know who indicates
where I sign the contract
for the combustion point
of my straw stuffing
or the angle that would aid
the last straw
at the eve
of burning.
So I'm not whining to the fire
to spare me the fish scales
or not lick my filling:
Without shoes, I won't
feel indifference in the blisters
that separate, with pus,
my soles from the burning coal,
my skin from the ashes:
may it sting me
until it extinguishes me -
I, ironized mucous membrane
hydrated
with hardtack,
would teach the art
of losing lotteries
as habit and destiny,
and would discourse
on loneliness, on being the
third contraband
platypus
in a distracted Noah's
ark.
This is indeed one art.
© Translation: 2016, Hilary Kaplan
VREEMDE VOETEN AAN MIJN EIGEN BILLEN
Niemandverwacht van Medea
dat ze, ter bevordering van de vertering,
brio en brioche opslokt
als de overlevingskit
wraak dicteert, af en toe:
stuur de steven
van de hoogmoed
in stroomafwaartse richting
van de gevolgen voor Jason
& dat Glaucia moge
zwichten,
zweeruitstorting
aan de vliegtuigromp
van mijn smeltbare
ego,
zonder echo
en vakbond.
Zelfs ik, Brutus
zou niet kunnen twijfelen
aan wat Arthur
te zeggen had, op deze dagen
van partijdige
ontrouw, over Guinevere.
Onbelangrijk is daarom voor mij
de overweldigende
balans van dit
deficit
of indien
de officier van justitie
het zou wagen om
de schulduitspraak te verkondigen
als op een proces
ten gunste van Troje, en de bomen
veroordeelt die hij gebruikte voor het paard
van zijn calvarie.
Als het om
de beklaagde gaat, verraad dan degene
die zichzelf als trofee beschouwt.
Ik ken niemand
die mij toont
waar ik onderteken dat ik het brandpunt
aanvaard
van mijn opzetting
noch de hoek die toesnelt
op de waterdruppel
op de vooravond
van overstroming en val.
Kom, ik jengel niet voor het vuur
dat het mij schubben spaart
of dat het mijn peluw niet likt:
blootsvoets, moet ik geen
verwaarlozing voelen bij de blaren
die met etter de zolen
scheiden van de gloed,
de huid van de as:
dat ik mag branden
tot ik uitdoof –
*ik, slijmvlies
gehydrateerd
door Lots zout,
zou de kunst onderrichten
bij loterijen te verliezen
als gewoonte en bestemming,
en ik zou iets verzinnen
over solitude, het derde
gesmokkelde
vogelbekdier te zijn
in om het even welke ark
van een verstrooide Noah.
Dat, ja, one art.
From: Het verzamelde lichaam
Publisher: 2015, Perdu, Amsterdam
Publisher: 2015, Perdu, Amsterdam
Os pés alheios nos próprios glúteos
Ninguémespera de Medeia
que engula,
digestório, o brio feito broa
se o kit-sobrevivência
dita, às vezes, vingança:
direciona a proa
do orgulho
à jusante
das consequências para Jasão
& que claudique
Gláucia,
furunculose
na fuselagem
do meu ego
fusível,
sem eco
e sindicato.
Até eu, Brutus,
não saberia sem dúvida
o que Arthur
diria, nestes dias
de infidelidade
partidária, de Guinevere.
Não me importa
portanto a balança
torrencial deste
déficit
ou se
o senhor promotor
ousa
proferir a sentença de sucesso
na condenação,
num processo em prol de Troia,
das árvores usadas para o cavalo
de seu calvário.
Quando se trata
de réu, traia
quem se toma por troféu.
Não
conheço quem indique
onde assino que aceito
o ponto de combustão
do meu empalhamento
ou o ângulo que auxilie
a gota-d´água
à véspera
de transbordamento e queda.
Vamos, não choramingo ao fogo
que me poupe escamas
ou não me lamba o estofo:
descalço, não
hei-de sentir descaso nas bolhas
que separam, com pus,
as solas da brasa,
a derme das cinzas:
que me arda
até que me extinga -
*eu, mucosa
hidratada
a sal de Ló,
ensinaria a arte
da perda em loterias
como hábito e destino,
e discursaria
algo sobre a solitude, ser o
terceiro ornitorrinco
de contrabando
em qualquer arca
de um Noé distraído.
Isto sim one art.
From: Ciclo do amante substituível
Publisher: Editora7Letras, Rio de Janeiro
Publisher: Editora7Letras, Rio de Janeiro
Gedichten
Gedichten van Ricardo Domeneck
Close
VREEMDE VOETEN AAN MIJN EIGEN BILLEN
Niemandverwacht van Medea
dat ze, ter bevordering van de vertering,
brio en brioche opslokt
als de overlevingskit
wraak dicteert, af en toe:
stuur de steven
van de hoogmoed
in stroomafwaartse richting
van de gevolgen voor Jason
& dat Glaucia moge
zwichten,
zweeruitstorting
aan de vliegtuigromp
van mijn smeltbare
ego,
zonder echo
en vakbond.
Zelfs ik, Brutus
zou niet kunnen twijfelen
aan wat Arthur
te zeggen had, op deze dagen
van partijdige
ontrouw, over Guinevere.
Onbelangrijk is daarom voor mij
de overweldigende
balans van dit
deficit
of indien
de officier van justitie
het zou wagen om
de schulduitspraak te verkondigen
als op een proces
ten gunste van Troje, en de bomen
veroordeelt die hij gebruikte voor het paard
van zijn calvarie.
Als het om
de beklaagde gaat, verraad dan degene
die zichzelf als trofee beschouwt.
Ik ken niemand
die mij toont
waar ik onderteken dat ik het brandpunt
aanvaard
van mijn opzetting
noch de hoek die toesnelt
op de waterdruppel
op de vooravond
van overstroming en val.
Kom, ik jengel niet voor het vuur
dat het mij schubben spaart
of dat het mijn peluw niet likt:
blootsvoets, moet ik geen
verwaarlozing voelen bij de blaren
die met etter de zolen
scheiden van de gloed,
de huid van de as:
dat ik mag branden
tot ik uitdoof –
*ik, slijmvlies
gehydrateerd
door Lots zout,
zou de kunst onderrichten
bij loterijen te verliezen
als gewoonte en bestemming,
en ik zou iets verzinnen
over solitude, het derde
gesmokkelde
vogelbekdier te zijn
in om het even welke ark
van een verstrooide Noah.
Dat, ja, one art.
From: Het verzamelde lichaam
Publisher: 2015, Perdu, Amsterdam
Publisher: 2015, Perdu, Amsterdam
BOOTED
No onewould expect Medea
to swallow,
digestively, her pride
like bread
if the survival kit
calls for revenge:
point its proud
head
down-
stream of all consequences to Jason
& may Glauce
hobble,
furunculosis
in the fuselage
of my fuse-
ego,
without an echo
or union.
Even I, Brutus,
would not know without doubt
what Arthur
would say, in these times
of party switching,
about Guinevere.
I don't care
therefore the
balance of shade of this
deficit
or if
mister prosecutor
dares
pass judgment on the successful
conviction,
in a lawsuit in favor of Troy,
of the trees
used for the one-horse cavalry
of its calvary.
When it comes to
guilty parties,
let he who sees himself as prize
plot the betrayal.
I don't
know who indicates
where I sign the contract
for the combustion point
of my straw stuffing
or the angle that would aid
the last straw
at the eve
of burning.
So I'm not whining to the fire
to spare me the fish scales
or not lick my filling:
Without shoes, I won't
feel indifference in the blisters
that separate, with pus,
my soles from the burning coal,
my skin from the ashes:
may it sting me
until it extinguishes me -
I, ironized mucous membrane
hydrated
with hardtack,
would teach the art
of losing lotteries
as habit and destiny,
and would discourse
on loneliness, on being the
third contraband
platypus
in a distracted Noah's
ark.
This is indeed one art.
© 2016, Hilary Kaplan
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère