Gedicht
Piet Gerbrandy
The days in which you were dead were trifling and long
The days in which you were dead were trifling and longand full of shrieking birds the nights.
I have opened my books and declaimed unbroken.
I was in my stride and lucid.
I had them laughing out of my hand.
I have mown my grass weeded my fragrant bed
and cut back the bluest wisteria on my gable.
I have sorted your letters in caskets but not to burn them.
I have walked with beards in gowns on awkward paths
listened to them praying
their rending extravagant reverence.
I made a list of your kisses.
I made a list of your eyes.
I wrote a positive review of a crap book.
I rehearsed my speech full of allusions.
I chilled my beers assuaged my thirst
told non-PC jokes to my guests.
The day you showed up was no sunny day
and the nights full of croaking creatures.
That sleeplessness can make deep inroads is nothing new.
© Translation: 2014, Donald Gardner
De dagen waarin je dood waren luttel en lang
De dagen waarin je dood waren luttel en lang
en vol schelle vogels de nachten.
Ik heb mijn boeken geopend en zonder knak georeerd.
ik was op dreef en lucide.
Enkele lachers leken op mijn hand.
Ik heb mijn gras gemaaid mijn geurig bed gewied
gesnoeid de blauwste regen van mijn gevel.
Ik heb je brieven geschikt en gekist maar niet om ze te verbranden.
Ik heb met baarden in jurken op hoekige paden
gewandeld hun bidden beluisterd
hun scheurend uitbundige eerbied.
Ik maakte een lijst van je kussen.
Ik maakte een lijst van je ogen.
Ik schreef een lovend artikel over een kutboek.
Ik repeteerde mijn toespraak vol allusies.
Ik heb mijn bieren gekoeld mijn dorsten gelenigd
foute grappen gemaakt met mijn gastvrienden.
De dag dat je opdook geen zonnige dag
en de nachten vol krassende dieren.
Dat slaapgebrek er stevig kan inhakken is eigenlijk geen nieuws.
en vol schelle vogels de nachten.
Ik heb mijn boeken geopend en zonder knak georeerd.
ik was op dreef en lucide.
Enkele lachers leken op mijn hand.
Ik heb mijn gras gemaaid mijn geurig bed gewied
gesnoeid de blauwste regen van mijn gevel.
Ik heb je brieven geschikt en gekist maar niet om ze te verbranden.
Ik heb met baarden in jurken op hoekige paden
gewandeld hun bidden beluisterd
hun scheurend uitbundige eerbied.
Ik maakte een lijst van je kussen.
Ik maakte een lijst van je ogen.
Ik schreef een lovend artikel over een kutboek.
Ik repeteerde mijn toespraak vol allusies.
Ik heb mijn bieren gekoeld mijn dorsten gelenigd
foute grappen gemaakt met mijn gastvrienden.
De dag dat je opdook geen zonnige dag
en de nachten vol krassende dieren.
Dat slaapgebrek er stevig kan inhakken is eigenlijk geen nieuws.
© 2013, Piet Gerbrandy
From: Vlinderslag
Publisher: Atlas Contact, Amsterdam
From: Vlinderslag
Publisher: Atlas Contact, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Piet Gerbrandy
Close
De dagen waarin je dood waren luttel en lang
De dagen waarin je dood waren luttel en langen vol schelle vogels de nachten.
Ik heb mijn boeken geopend en zonder knak georeerd.
ik was op dreef en lucide.
Enkele lachers leken op mijn hand.
Ik heb mijn gras gemaaid mijn geurig bed gewied
gesnoeid de blauwste regen van mijn gevel.
Ik heb je brieven geschikt en gekist maar niet om ze te verbranden.
Ik heb met baarden in jurken op hoekige paden
gewandeld hun bidden beluisterd
hun scheurend uitbundige eerbied.
Ik maakte een lijst van je kussen.
Ik maakte een lijst van je ogen.
Ik schreef een lovend artikel over een kutboek.
Ik repeteerde mijn toespraak vol allusies.
Ik heb mijn bieren gekoeld mijn dorsten gelenigd
foute grappen gemaakt met mijn gastvrienden.
De dag dat je opdook geen zonnige dag
en de nachten vol krassende dieren.
Dat slaapgebrek er stevig kan inhakken is eigenlijk geen nieuws.
© 2013, Piet Gerbrandy
From: Vlinderslag
Publisher: 2013, Atlas Contact, Amsterdam
From: Vlinderslag
Publisher: 2013, Atlas Contact, Amsterdam
The days in which you were dead were trifling and long
The days in which you were dead were trifling and longand full of shrieking birds the nights.
I have opened my books and declaimed unbroken.
I was in my stride and lucid.
I had them laughing out of my hand.
I have mown my grass weeded my fragrant bed
and cut back the bluest wisteria on my gable.
I have sorted your letters in caskets but not to burn them.
I have walked with beards in gowns on awkward paths
listened to them praying
their rending extravagant reverence.
I made a list of your kisses.
I made a list of your eyes.
I wrote a positive review of a crap book.
I rehearsed my speech full of allusions.
I chilled my beers assuaged my thirst
told non-PC jokes to my guests.
The day you showed up was no sunny day
and the nights full of croaking creatures.
That sleeplessness can make deep inroads is nothing new.
© 2014, Donald Gardner
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère