Gedicht
Constantin Abăluţă
THE ANTS’ ROAD
Through my aunt’s house the ants’ road passes,that ancient road mentioned in the Oriental chronicles.
The ants climb from the neighbor’s garden along a cranny in the wall.
In the bathroom they waltz on the white and blue tiles.
They traverse the laundry box, the wall, and once in the dining room
march clockwise, for three turns
on the round mirror’s gilt frame.
Then they disappear.
Maybe they take an escape route.
Or maybe the road simply ends there.
Or has the delta of the Oriental chronicles become
my aunt’s mirror?
© Translation: 2005, Alexandra Fenoghen
DE MIERENROUTE
Door het huis van mijn tante loopt de mierenroute,de eeuwenoude route waarover de oosterse kronieken het hebben.
De mieren klimmen uit de tuin van de buurvrouw langs een barst in de muur.
In de badkamer walsen ze over de witte en blauwe tegels.
Ze trekken door de wasmand, de wand, en aangekomen in de eetkamer
houden ze met de klok mee drie paraderondjes
op de vergulde rand van de ronde spiegel.
Daarna verdwijnen ze.
Misschien nemen ze een vluchtweg.
Of misschien houdt hun route hier gewoon op.
Of zou de delta uit de oosterse kronieken niets anders zijn
dan de spiegel van mijn tante?
© Vertaling: 2005, Jan H. Mysjkin
DRUMUL FURNICILOR
Prin casa mătuşii mele trece drumul furnicilor,drumul acesta străvechi atestat în cronicile orientului.
Furnicile urcă din grădina vecinei pe-o crăpătură a zidului.
În baie valsează pe carelajul alb şi albastru.
Traversează coşul de rufe, peretele, şi-odată în sufragerie
mărşăluiesc pe rama aurită a oglinzii rotunde
în sensul àcelor, preţ de trei rotiri.
Apoi dispar.
Poate c-o apucă pe-un traseu de rezervă.
Ori poate că pur şi simplu drumul se încheie aici.
Oare cronicile orientului să-şi fi ales ca deltă
oglinda mătuşii mele?
Gedichten
Gedichten van Constantin Abăluţă
Close
DE MIERENROUTE
Door het huis van mijn tante loopt de mierenroute,de eeuwenoude route waarover de oosterse kronieken het hebben.
De mieren klimmen uit de tuin van de buurvrouw langs een barst in de muur.
In de badkamer walsen ze over de witte en blauwe tegels.
Ze trekken door de wasmand, de wand, en aangekomen in de eetkamer
houden ze met de klok mee drie paraderondjes
op de vergulde rand van de ronde spiegel.
Daarna verdwijnen ze.
Misschien nemen ze een vluchtweg.
Of misschien houdt hun route hier gewoon op.
Of zou de delta uit de oosterse kronieken niets anders zijn
dan de spiegel van mijn tante?
© 2005, Jan H. Mysjkin
THE ANTS’ ROAD
Through my aunt’s house the ants’ road passes,that ancient road mentioned in the Oriental chronicles.
The ants climb from the neighbor’s garden along a cranny in the wall.
In the bathroom they waltz on the white and blue tiles.
They traverse the laundry box, the wall, and once in the dining room
march clockwise, for three turns
on the round mirror’s gilt frame.
Then they disappear.
Maybe they take an escape route.
Or maybe the road simply ends there.
Or has the delta of the Oriental chronicles become
my aunt’s mirror?
© 2005, Alexandra Fenoghen
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère