Gedicht
Paul Demets
It plunders us, lies supine
It plunders us, lies supinesmelling us out like a threat
and is jolted by its shadow, licks its poison,
and tangled up in its blanket, moults, then nestles
in our gaze and smells of apples, rattles
sounds and screeches a hole in the night,
the depth of which we are mounted.
And looks at us. It turns into water
that has stood for too long in a glass
we can’t see through. We swallow it,
quench the nights, toast,
heads ducked under. It sees how strangely
good it tastes to drown.
Het rooft ons, verdooft ons, ligt plat
Het rooft ons, verdooft ons, ligt plat
op zijn buik ons als onraad te ruiken
en schrikt van zijn schaduw, likt zijn gif
en vervelt gevangen in zijn linnen, nestelt
zich in onze blik en ruikt naar appels, ratelt
klanken en krijst een kuil in de nacht
bijeen, die diepte waarin wij opzitten.
En het kijkt ons aan. Water wordt het
dat te lang in een glas heeft gestaan.
We doorzien het niet. We slikken het,
laven ons alle nachten, klinken,
kopje onder. Het ziet hoe vreemd
goed het ons smaakt om te verdrinken.
op zijn buik ons als onraad te ruiken
en schrikt van zijn schaduw, likt zijn gif
en vervelt gevangen in zijn linnen, nestelt
zich in onze blik en ruikt naar appels, ratelt
klanken en krijst een kuil in de nacht
bijeen, die diepte waarin wij opzitten.
En het kijkt ons aan. Water wordt het
dat te lang in een glas heeft gestaan.
We doorzien het niet. We slikken het,
laven ons alle nachten, klinken,
kopje onder. Het ziet hoe vreemd
goed het ons smaakt om te verdrinken.
© 2011, Paul Demets
From: De bloedplek
Publisher: De Bezige Bij, Amsterdam
From: De bloedplek
Publisher: De Bezige Bij, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Paul Demets
Close
Het rooft ons, verdooft ons, ligt plat
Het rooft ons, verdooft ons, ligt platop zijn buik ons als onraad te ruiken
en schrikt van zijn schaduw, likt zijn gif
en vervelt gevangen in zijn linnen, nestelt
zich in onze blik en ruikt naar appels, ratelt
klanken en krijst een kuil in de nacht
bijeen, die diepte waarin wij opzitten.
En het kijkt ons aan. Water wordt het
dat te lang in een glas heeft gestaan.
We doorzien het niet. We slikken het,
laven ons alle nachten, klinken,
kopje onder. Het ziet hoe vreemd
goed het ons smaakt om te verdrinken.
© 2011, Paul Demets
From: De bloedplek
Publisher: 2011, De Bezige Bij, Amsterdam
From: De bloedplek
Publisher: 2011, De Bezige Bij, Amsterdam
It plunders us, lies supine
It plunders us, lies supinesmelling us out like a threat
and is jolted by its shadow, licks its poison,
and tangled up in its blanket, moults, then nestles
in our gaze and smells of apples, rattles
sounds and screeches a hole in the night,
the depth of which we are mounted.
And looks at us. It turns into water
that has stood for too long in a glass
we can’t see through. We swallow it,
quench the nights, toast,
heads ducked under. It sees how strangely
good it tastes to drown.
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère