Poetry International Poetry International
Gedicht

Nuno Júdice

THE LAND OF NEVER

If I went to the land of never,
I would have everything I wanted in a bed of nothing:

the dreams that no one had when
the sun came up in the morning;

the girl who sang in a bed
of vivid flowers;

the water that tasted of wine in the mouth
of every drunk.

I would ride my bicycle without having to pedal,
down a street of clouds.

And when I had reached the sky, I’d step
on the stars that had fallen on the misty ground.

The land of never is where I would never
arrive if I went to the land of never.

That is why I scoop up the ground,
filling up bags with the earth of never.

One day, when someone asks me about the land of never,
I’ll empty all the bags on their doorstep.

And the girl who sang will come out of the earth
with a bed of vivid flowers.

And the drunks will fill their glasses
with the water that tastes of wine.

In the land of never, with the sun rising
when the day is born.

HET LAND VAN NOOIT

Zou ik gaan naar het land van nooit,
dan had ik alles wat ik wilde in een bed van niets:

de dromen die niemand had wanneer
de zon des ochtends onderging;

het meisje dat zong in een perkje
van levende bloemen;

het water dat smaakte naar wijn in de mond
van alle dronkaards.

Ik zou fietsen zonder te hoeven trappen,
op een weg van wolken.

En als ik bij de hemel kwam, dan zou ik lopen
over de sterren gevallen op een vloer van nevelvlekken.

Het land van nooit is waar ik nooit
zou komen als ik ooit ging naar het land van nooit.

Juist daarom raap ik het op van de grond
en stop ik het in zakken van het land van nooit.

Op een dag, wanneer iemand mij vraagt om het land van nooit,
gooi ik alle zakken leeg voor zijn deur.

En het meisje dat zong zal uit de aarde komen
met een perkje van levende bloemen.

En de dronkaards zullen hun glazen vullen
met het water dat smaakte naar wijn.

In het land van nooit, met de zon die ondergaat
wanneer de dag aanbreekt.

A TERRA DO NUNCA

Se eu fosse para a terra do nunca,
teria tudo o que quisesse numa cama de nada:

os sonhos que ninguém teve quando
o sol se punha de manhã;

a rapariga que cantava num canteiro
de flores vivas;

a água que sabia a vinho na boca
de todos os bêbedos.

Iria de bicicleta sem ter de pedalar,
numa estrada de nuvens.

E quando chegasse ao céu, pisaria
as estrelas caídas num chão de nebulosas.

A terra do nunca é onde nunca
chegaria se eu fosse para a terra do nunca.

E é por isso que a apanho do chão,
e a meto em sacos de terra do nunca.

Um dia, quando alguém me pedir a terra do nunca,
despejarei todos os sacos à sua porta.

E a rapariga que cantava sairá da terra
com um canteiro de flores vivas.

E os bêbedos encherão os copos
com a água que sabia a vinho.

Na terra do nunca, com o sol a pôr-se
quando nasce o dia.
Close

HET LAND VAN NOOIT

Zou ik gaan naar het land van nooit,
dan had ik alles wat ik wilde in een bed van niets:

de dromen die niemand had wanneer
de zon des ochtends onderging;

het meisje dat zong in een perkje
van levende bloemen;

het water dat smaakte naar wijn in de mond
van alle dronkaards.

Ik zou fietsen zonder te hoeven trappen,
op een weg van wolken.

En als ik bij de hemel kwam, dan zou ik lopen
over de sterren gevallen op een vloer van nevelvlekken.

Het land van nooit is waar ik nooit
zou komen als ik ooit ging naar het land van nooit.

Juist daarom raap ik het op van de grond
en stop ik het in zakken van het land van nooit.

Op een dag, wanneer iemand mij vraagt om het land van nooit,
gooi ik alle zakken leeg voor zijn deur.

En het meisje dat zong zal uit de aarde komen
met een perkje van levende bloemen.

En de dronkaards zullen hun glazen vullen
met het water dat smaakte naar wijn.

In het land van nooit, met de zon die ondergaat
wanneer de dag aanbreekt.

THE LAND OF NEVER

If I went to the land of never,
I would have everything I wanted in a bed of nothing:

the dreams that no one had when
the sun came up in the morning;

the girl who sang in a bed
of vivid flowers;

the water that tasted of wine in the mouth
of every drunk.

I would ride my bicycle without having to pedal,
down a street of clouds.

And when I had reached the sky, I’d step
on the stars that had fallen on the misty ground.

The land of never is where I would never
arrive if I went to the land of never.

That is why I scoop up the ground,
filling up bags with the earth of never.

One day, when someone asks me about the land of never,
I’ll empty all the bags on their doorstep.

And the girl who sang will come out of the earth
with a bed of vivid flowers.

And the drunks will fill their glasses
with the water that tastes of wine.

In the land of never, with the sun rising
when the day is born.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère