Poetry International Poetry International
Gedicht

Irina Ratushinskaya

И доживу и выживу, и спросят:

Ik overleef en zal beleven dat men vraagt

Ik overleef en zal beleven dat men vraagt
Hoe ze mijn hoofd tegen een brits aan sloegen,
Hoe ik ’s nachts half bevriezen moest,
En hoe ik aan mijn grijze haren ben gekomen…
Ik glimlach, zal een grapje maken,
En ruk mij los van de onverwachte schaduw.
De droge maand september zal ik eer bewijzen,
Waarin ik voor de tweede keer geboren werd.
Ze vragen of de herinnering geen pijn doet -
Niet om de tuin geleid door mijn luchthartigheid,
Maar in mijn geheugen dreunen alle namen
Van vroeger - helder als een oud kanon
En ik zal spreken van de besten onder ons,
De tedersten, en toch niet klein te krijgen,
Hoe zij met mij de kwelling tegemoet traden,
Hoe zij op post wachtten van hun beminden.
Ze zullen vragen wat ons op de been hield,
Beroofd van post en nieuws - alleen met muren,
De koude van de cel, met de banale leugens,
De misselijke beloftes in ruil voor verraad.
Ik zal vertellen van de eerste schoonheid,
Die ik gezien heb in gevangenschap:
IJsbloemen op de ruit! Geen deuren en geen muren,
Geen tralies, noch de lang verduurde pijn -
Alleen de blauwe weerschijn op dat stukje glas,
Een broos mozaiek - iets mooiers bestaat niet!
Hoe meer je keek, hoe duidelijker daagden
De roversbossen, de kampvuren en de vogels!
Heel vaak is het nog bitter koud geweest,
En heel veel ramen fonkelden sindsdien -
Maar nooit heeft zich meer voorgedaan
Zo’n uitbarsting van iriserend ijs!
Maar wat zou ik daar nu mee aan moeten,
En waaraan zou dat feest te danken zijn?
Zo’n geschenk valt je maar eenmaal in de schoot.
En meer dan eens is misschien ook niet nodig.

И доживу и выживу, и спросят:
Как били головою о топчан,
Как приходилось мерзнуть по ночам,
Как пробивалась молодая проседь…
Но улыбнусь. И что-нибудь сострю
И отмахнусь от набежавшей тени.
И честь воздам сухому сентябрю,
Который стал моим вторым рожденьем.
И спросят: не болит ли вспоминать,
Не обманувшись легкостью наружной.
Но грянут в памяти былые имена –
Прекрасные, как старое оружие.
И расскажу о лучших всей земли,
О самых нежных, но непобедимых,
Как провожали, как на пытку шли,
Как ждали писем от своих любимых.
И спросят: что нам помогало жить,
Когда ни писем, ни вестей – лишь стены,
Да холод камеры, да чушь казенной лжи,
Да тошные посулы за измену.
И расскажу о первой красоте,
Которую увидела в неволе.
Окно в морозе! Ни дверей, ни стен,
И ни решеток, и ни долгой боли –
Лишь синий свет на крохотном стекле,
Витой узор – чудесней не приснится!
Ясней взгляни – и рассветет сильней
Разбойничьи леса, костры и птицы!
И сколько раз бывали холода,
И сколько окон с той поры искрилось –
Но никогда уже не повторилось
Такое буйство радужного льда!
Да и за что бы это мне – сейчас,
И чем бы этот праздник был заслужен.
Такой подарок может быть лишь раз.
А может быть, один лишь раз и нужен.
Irina Ratushinskaya

Irina Ratushinskaya

(USSR, 1954)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit Wit-Rusland

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Russisch

Gedichten Dichters
Close

Ik overleef en zal beleven dat men vraagt

Ik overleef en zal beleven dat men vraagt
Hoe ze mijn hoofd tegen een brits aan sloegen,
Hoe ik ’s nachts half bevriezen moest,
En hoe ik aan mijn grijze haren ben gekomen…
Ik glimlach, zal een grapje maken,
En ruk mij los van de onverwachte schaduw.
De droge maand september zal ik eer bewijzen,
Waarin ik voor de tweede keer geboren werd.
Ze vragen of de herinnering geen pijn doet -
Niet om de tuin geleid door mijn luchthartigheid,
Maar in mijn geheugen dreunen alle namen
Van vroeger - helder als een oud kanon
En ik zal spreken van de besten onder ons,
De tedersten, en toch niet klein te krijgen,
Hoe zij met mij de kwelling tegemoet traden,
Hoe zij op post wachtten van hun beminden.
Ze zullen vragen wat ons op de been hield,
Beroofd van post en nieuws - alleen met muren,
De koude van de cel, met de banale leugens,
De misselijke beloftes in ruil voor verraad.
Ik zal vertellen van de eerste schoonheid,
Die ik gezien heb in gevangenschap:
IJsbloemen op de ruit! Geen deuren en geen muren,
Geen tralies, noch de lang verduurde pijn -
Alleen de blauwe weerschijn op dat stukje glas,
Een broos mozaiek - iets mooiers bestaat niet!
Hoe meer je keek, hoe duidelijker daagden
De roversbossen, de kampvuren en de vogels!
Heel vaak is het nog bitter koud geweest,
En heel veel ramen fonkelden sindsdien -
Maar nooit heeft zich meer voorgedaan
Zo’n uitbarsting van iriserend ijs!
Maar wat zou ik daar nu mee aan moeten,
En waaraan zou dat feest te danken zijn?
Zo’n geschenk valt je maar eenmaal in de schoot.
En meer dan eens is misschien ook niet nodig.

И доживу и выживу, и спросят:

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère