Gedicht
Herman De Coninck
The Ballad of Slowness
I love the slowness of lying on grass, like a king:me, looking out and surveying my adherents,
my extremities, telling my left arm:
you there, convey my hand to my mouth
that I might yawn, that’s right,
and now lie down again, excellent,
I must have discipline.
I love the slowness of being,
Zen, they say in the East, I believe
it’s the same thing.
I love the slowness of lying in bed,
you next to me, with your knees behind
my knees, like a double S, the slowness with which
you haven’t told me yet that you’re awake,
your responsiveness consisting of lips,
the slowness with which I come faster and faster,
the calmness with which I grow wilder and wilder,
the slowness of your diplomatic body
that gives and takes, your corps diplomatique,
and the slowness of a cigar afterwards,
the slowness of grandeur, the slowness of someone
smashing his car into a tree in slow
motion, the majesty of explosion, solemn,
solemnly ends this life.
© Translation: 2008, David Colmer
Ballade van de traagheid
Ballade van de traagheid
Ik hou van de traagheid van liggen in het gras, als een vorst:ik, uitkijkend over mijn aanhangers,
mijn ledematen, zeggend tot mijn linkerarm:
jij daar, breng mijn hand eens voor
mijn mond, dat ik geeuw, in orde,
ga maar weer liggen, goed zo,
tucht moet ik hier hebben.
Ik hou van de traagheid van zijn,
zen, zegt men in het oosten, ik geloof dat het
hetzelfde is.
Ik hou van de traagheid van liggen in bed,
Jij naast mij, je knie in mijn knie-
holtes, als twee s\'en, de traagheid waarmee je me
niet gezegd hebt dat je al wakker was,
je uit lippen bestaande ontvankelijkheid,
de traagheid waarmee ik sneller en sneller kom,
de kalmte waarmee ik wilder en wilder word,
de traagheid van jouw diplomatisch lichaam
dat geeft en neemt, jouw corps diplomatique,
en de traagheid van een sigaar nadien,
de traagheid van grandeur, de traagheid van wie
zich te pletter rijdt tegen een boom in vertraagde
film, het majestuose van een ontploffing, plechtig,
plechtig eindigt dit leven.
From: De Gedichten
Publisher: De Arbeiderspers, Amsterdam
Publisher: De Arbeiderspers, Amsterdam
Gedichten
Gedichten van Herman De Coninck
Close
Ballade van de traagheid
Ik hou van de traagheid van liggen in het gras, als een vorst:ik, uitkijkend over mijn aanhangers,
mijn ledematen, zeggend tot mijn linkerarm:
jij daar, breng mijn hand eens voor
mijn mond, dat ik geeuw, in orde,
ga maar weer liggen, goed zo,
tucht moet ik hier hebben.
Ik hou van de traagheid van zijn,
zen, zegt men in het oosten, ik geloof dat het
hetzelfde is.
Ik hou van de traagheid van liggen in bed,
Jij naast mij, je knie in mijn knie-
holtes, als twee s\'en, de traagheid waarmee je me
niet gezegd hebt dat je al wakker was,
je uit lippen bestaande ontvankelijkheid,
de traagheid waarmee ik sneller en sneller kom,
de kalmte waarmee ik wilder en wilder word,
de traagheid van jouw diplomatisch lichaam
dat geeft en neemt, jouw corps diplomatique,
en de traagheid van een sigaar nadien,
de traagheid van grandeur, de traagheid van wie
zich te pletter rijdt tegen een boom in vertraagde
film, het majestuose van een ontploffing, plechtig,
plechtig eindigt dit leven.
From: De Gedichten
Publisher: 2000, De Arbeiderspers, Amsterdam
Publisher: 2000, De Arbeiderspers, Amsterdam
The Ballad of Slowness
I love the slowness of lying on grass, like a king:me, looking out and surveying my adherents,
my extremities, telling my left arm:
you there, convey my hand to my mouth
that I might yawn, that’s right,
and now lie down again, excellent,
I must have discipline.
I love the slowness of being,
Zen, they say in the East, I believe
it’s the same thing.
I love the slowness of lying in bed,
you next to me, with your knees behind
my knees, like a double S, the slowness with which
you haven’t told me yet that you’re awake,
your responsiveness consisting of lips,
the slowness with which I come faster and faster,
the calmness with which I grow wilder and wilder,
the slowness of your diplomatic body
that gives and takes, your corps diplomatique,
and the slowness of a cigar afterwards,
the slowness of grandeur, the slowness of someone
smashing his car into a tree in slow
motion, the majesty of explosion, solemn,
solemnly ends this life.
© 2008, David Colmer
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère