Artikel
Poëzie en wetenschap
27 juni 2014
Kunnen we ons een liefdesverklaring voorstellen in wetenschappelijke taal? Via een beknopte formule? In de Goddelijke Komedie is Adam Everyman, jou of mij, Beatrice is The Girl. Geleidelijk aan wordt Het Paradijs een terugkerend deuntje, zoals de toverlantaarn uit de kindertijd.
In het universum van het PDF zijn de neuronen voortdurend in mutatie. Door de afwezigheid van lichaam wordt het lichaam urgenter, je wilt dat het gewaarworden behouden blijft, dat de sneeuw echt is. Adepten van het digitale glijden met hun tong over hun tanden om te checken of ze wel een mond hebben.
Ergonomisch is de cluster technologie/lichaam/literatuur nog niet volmaakt.
Na een stroomstoring krijg je:
Onbewolkte dag verandert in Zomerdag, dat een film wordt (Suddenly Last Summer, De dag des oordeels).
Op de iPhone maak ik mijn lichaam licht, de oortjes, de onzichtbare helm, ik stuur Pierre een berichtje. Op mijn eReader herlees ik Oorlog en vrede, dankzij de oogbeweging waarmee ik van boven naar beneden over de pagina’s scroll. Ze volgen elkaar op, worden niet omgedraaid maar uitgewist, ik ben Prins Andrej kwijtgeraakt op de vorige pagina.
Toenemende leessnelheid, nieuwe technologieën, ze geven mij geen beter begrip van de drijfveren van een personage. Het bestaan heeft een voorwaartse beweging aangenomen, met kleine sprongetjes. Voegt vooruitgang X zich bij nieuwigheid Y, dan wacht ik zonder het te beseffen op Z. Mijn technische hulpmiddelen zijn beperkt van omvang en volume, ik ben met de wereld verbonden via amper zichtbare voorwerpen.
Dantes Beatrice en Prousts Gilberte, waarom zijn ze verdwenen? Een serie gezichten op Facebook weerspiegelt beter dan wat ook de anorexische neiging van schoolmeisjes. De tieners in Pasolini’s doornstruiken, de naakten van Matisse, je ziet ze niet meer. Tsvetajeva’s sneeuw is gesmolten.
Op het rode plein
Een beschermingsmuur voor mijn vrijers
Iedereen zou erop zijn geklommen.
Als de sneeuw verdwijnt, blijft het droge gedicht over, zonder anekdote.
Stad in het donker
Onbewolkte dag
Bliksem en weerlicht
Lamp van Alladin
Mijn verlangens zullen worden vervuld
Wat is de invloed van de vooruitgang op mijn artistieke, esthetische perceptie, mijn dagelijkse gewoonten? Met de trein kan ik snel van de ene stad naar de andere, maar lopen blijft een doeltreffender manier om me te ontspannen. Handke heeft dat bewezen, net als alle boeken die over Mijn doortocht van de Alpen vertellen, te koop in de krantenfilialen op alle stations. Het wandelboek wordt modieus in het tijdperk van internet en mondialisering, een gids, een auto-fictionele biecht in reactie op de technologische vooruitgang, de intensieve digitalisering, de spiegeleffecten van de bewakingscamera’s.
Sinds mensenheugenis dient poëzie de bezinning, zij kiest haar onderwerpen (schoonheid, natuur, verlangen naar geluk). Vervolgens wordt zij objectief, concreet, neemt afstand van troost en dood, bespaart de lezer de tragiek van het bestaan (de zeep van Ponge, het glas water, de vlieg). Onder invloed van de vooruitgang is de manier van denken van kunstenaars en dichters, van stads- en plattelandsbewoners veranderd. De raakvlakken van Poëzie en Wetenschap, Poëzie en Geneeskunde, Poëzie en Kapitalisme zijn weinig bestudeerd. We weten niet welke effecten kernenergie heeft op de moderne tekst. Toen alle huizen op het stroomnet waren aangesloten, kon je dankzij de elektriciteit door een kamer lopen zonder tegen de muren op te botsen. Maar ook dankzij het daglicht. Is het niet beter om zo lang mogelijk in natuurlijk licht te blijven? Wie dwingt mij tot die dreigende elektrocutie? De wetenschap? De in de war geraakte snoeren van de computer op het snoer van de afwasmachine? De gevolgen van de vooruitgang voor mijn lichaam zijn niet altijd prettig: het vliegtuig gaat wel sneller dan de trein, maar voor mijn benen blijft er in een charter weinig plaats over.
Tablets, snoeren, mini-koptelefoons hebben niets te maken met hoe elektriciteit werkte toen die in alle huiskamers verscheen. Een gloeilamp brandt zo lang dat ik een roman kan lezen zonder me te hoeven haasten. De voortplantingssnelheid van een golf in de kwantumfysica heeft geen invloed op mijn liefde voor literatuur. Wat kun je beter zijn, een ongedurige schrijver of een ontspannen lezer? De hartstochtelijke lezer, de ware liefhebber, ontsnapt aan alle categorieën. Hij slaat een boek open binnen of buiten, bij elektrisch licht, op klaarlichte dag, in het Jardin du Luxembourg, zonder te worden gestoord.
De levensseizoenen verlichten de gezichten.
De mens bloeit op in de openlucht.
Net als de lezer in het park kan de wetenschapper het boek Genesis herlezen, het licht met iets anders associëren dan met wisselstroom, hoogspanningsmast, zijn baard laten staan, zich verdiepen in de aantekenboekjes van Leonardo en de kladschriften van Galileo, Dante herlezen op elk denkbaar tijdstip.
Over de relatie tussen poëzie en wetenschap ging het in een speciaal programma tijdens het afgelopen festival. Véronique pittolo zei er in dat programma het volgende over:
Poëzie en wetenschap, daarmee valt een verband te leggen tussen de grondbeginselen van de kwantumfysica en de vormvernieuwingen in de poëzie sinds Dante. Miskende dichters rusten nergens op, behalve op de boeken die ze hebben gelezen en op de boeken die ze nog niet hebben geschreven. De wetenschap is zelfverzekerder. Waartoe dient een bespiegeling over het volle en het lege van de donkere materie? Wat bevordert het leven en de dood van het organisme? Als ik weet hoe het immuunsysteem functioneert, zal ik minder bang zijn voor de dood, zal ik Dante lezen als een palliatief.Kunnen we ons een liefdesverklaring voorstellen in wetenschappelijke taal? Via een beknopte formule? In de Goddelijke Komedie is Adam Everyman, jou of mij, Beatrice is The Girl. Geleidelijk aan wordt Het Paradijs een terugkerend deuntje, zoals de toverlantaarn uit de kindertijd.
Sneeuwval, dichter en dichter
sneeuwval, alsof je nog steeds aan ’t slapen was.
sneeuwval, alsof je nog steeds aan ’t slapen was.
In het universum van het PDF zijn de neuronen voortdurend in mutatie. Door de afwezigheid van lichaam wordt het lichaam urgenter, je wilt dat het gewaarworden behouden blijft, dat de sneeuw echt is. Adepten van het digitale glijden met hun tong over hun tanden om te checken of ze wel een mond hebben.
Ergonomisch is de cluster technologie/lichaam/literatuur nog niet volmaakt.
Na een stroomstoring krijg je:
Stad in het donker
Ik leef ’s nachts.
Ik leef ’s nachts.
Onbewolkte dag verandert in Zomerdag, dat een film wordt (Suddenly Last Summer, De dag des oordeels).
Op de iPhone maak ik mijn lichaam licht, de oortjes, de onzichtbare helm, ik stuur Pierre een berichtje. Op mijn eReader herlees ik Oorlog en vrede, dankzij de oogbeweging waarmee ik van boven naar beneden over de pagina’s scroll. Ze volgen elkaar op, worden niet omgedraaid maar uitgewist, ik ben Prins Andrej kwijtgeraakt op de vorige pagina.
Toenemende leessnelheid, nieuwe technologieën, ze geven mij geen beter begrip van de drijfveren van een personage. Het bestaan heeft een voorwaartse beweging aangenomen, met kleine sprongetjes. Voegt vooruitgang X zich bij nieuwigheid Y, dan wacht ik zonder het te beseffen op Z. Mijn technische hulpmiddelen zijn beperkt van omvang en volume, ik ben met de wereld verbonden via amper zichtbare voorwerpen.
Zestien jaar oud
Dot haar in de lucht
Moe meisje
Dot haar in de lucht
Moe meisje
Dantes Beatrice en Prousts Gilberte, waarom zijn ze verdwenen? Een serie gezichten op Facebook weerspiegelt beter dan wat ook de anorexische neiging van schoolmeisjes. De tieners in Pasolini’s doornstruiken, de naakten van Matisse, je ziet ze niet meer. Tsvetajeva’s sneeuw is gesmolten.
Op het rode plein
Een beschermingsmuur voor mijn vrijers
Iedereen zou erop zijn geklommen.
Als de sneeuw verdwijnt, blijft het droge gedicht over, zonder anekdote.
Stad in het donker
Onbewolkte dag
Bliksem en weerlicht
Lamp van Alladin
Mijn verlangens zullen worden vervuld
Wat is de invloed van de vooruitgang op mijn artistieke, esthetische perceptie, mijn dagelijkse gewoonten? Met de trein kan ik snel van de ene stad naar de andere, maar lopen blijft een doeltreffender manier om me te ontspannen. Handke heeft dat bewezen, net als alle boeken die over Mijn doortocht van de Alpen vertellen, te koop in de krantenfilialen op alle stations. Het wandelboek wordt modieus in het tijdperk van internet en mondialisering, een gids, een auto-fictionele biecht in reactie op de technologische vooruitgang, de intensieve digitalisering, de spiegeleffecten van de bewakingscamera’s.
Sinds mensenheugenis dient poëzie de bezinning, zij kiest haar onderwerpen (schoonheid, natuur, verlangen naar geluk). Vervolgens wordt zij objectief, concreet, neemt afstand van troost en dood, bespaart de lezer de tragiek van het bestaan (de zeep van Ponge, het glas water, de vlieg). Onder invloed van de vooruitgang is de manier van denken van kunstenaars en dichters, van stads- en plattelandsbewoners veranderd. De raakvlakken van Poëzie en Wetenschap, Poëzie en Geneeskunde, Poëzie en Kapitalisme zijn weinig bestudeerd. We weten niet welke effecten kernenergie heeft op de moderne tekst. Toen alle huizen op het stroomnet waren aangesloten, kon je dankzij de elektriciteit door een kamer lopen zonder tegen de muren op te botsen. Maar ook dankzij het daglicht. Is het niet beter om zo lang mogelijk in natuurlijk licht te blijven? Wie dwingt mij tot die dreigende elektrocutie? De wetenschap? De in de war geraakte snoeren van de computer op het snoer van de afwasmachine? De gevolgen van de vooruitgang voor mijn lichaam zijn niet altijd prettig: het vliegtuig gaat wel sneller dan de trein, maar voor mijn benen blijft er in een charter weinig plaats over.
Tablets, snoeren, mini-koptelefoons hebben niets te maken met hoe elektriciteit werkte toen die in alle huiskamers verscheen. Een gloeilamp brandt zo lang dat ik een roman kan lezen zonder me te hoeven haasten. De voortplantingssnelheid van een golf in de kwantumfysica heeft geen invloed op mijn liefde voor literatuur. Wat kun je beter zijn, een ongedurige schrijver of een ontspannen lezer? De hartstochtelijke lezer, de ware liefhebber, ontsnapt aan alle categorieën. Hij slaat een boek open binnen of buiten, bij elektrisch licht, op klaarlichte dag, in het Jardin du Luxembourg, zonder te worden gestoord.
De levensseizoenen verlichten de gezichten.
De mens bloeit op in de openlucht.
Net als de lezer in het park kan de wetenschapper het boek Genesis herlezen, het licht met iets anders associëren dan met wisselstroom, hoogspanningsmast, zijn baard laten staan, zich verdiepen in de aantekenboekjes van Leonardo en de kladschriften van Galileo, Dante herlezen op elk denkbaar tijdstip.
© Véronique Pittolo
Vertaler: Rokus Hofstede
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère