Poetry International Poetry International
Artikel
Slotspeech Bas Kwakman

Wat was het?

Tineke de Lange / Pieter Vandermeer
14 juni 2014
Het 45ste Poetry International Festival Rotterdam is geschiedenis. We hebben gelachen, gehuild, maar bovenal hebben we genoten, met volle teugen, van de enorme variëteit aan poëzie, muziek en beeldende kunst die deze week heeft gevuld. Festivaldirecteur Bas Kwakman zette tijdens het slotprogramma vanavond de gebeurtenissen van de afgelopen vijf dagen met de volgende woorden op een rij:
Dames en heren,

Ik ben er nog niet uit. Wat maakte dit festival tot een van de meest bijzondere, een van de meest memorabele van de afgelopen jaren? Is het de bijzondere samenstelling van de dichters en de kwaliteit van hun werk? Het ongelooflijk hard werken van de organisatie?

Zijn het de ontroerende en verrassende klanken van countertenor Oscar Verhaar en zijn interpretatie van Jules Deelder? Is het de ontroering van Deelder zelf na het zien van de videoboodschap van Campert? De volle zaal bij de opening? Het Noorse echtpaar dat hun jaarlijkse vakantieweek volledig in de Rotterdamse Schouwburg doorbrengt? Twee vertalers die met hun debat over het woordje ‘de’ het publiek een halfuur tot aan het puntje van hun  stoelen trekken?

Is het de dichter die aan de keukentafel in de Paradijslaan te Kralingen met 5 ukelele-spelers zijn countrysongs repeteert? Zijn het Beavis en Butthead in de Gallerytour, het Schlagergezelschap De Hyacinth en Chet Baker, dope en gin op het podium, de interviews met Geek- en Gangsterpoets, de samenstelling van polymeren en keizersdromen of de steunbetuiging van NRC-journalist Arjen Fortuin aan de eigenwijze keuzes van Poetry International?

Zijn het de internationale festivaldirecteuren die denken dat ze in de hemel zijn beland? De oplichtende mobieltjes in een volle zaal kleine tijdens Poetry & Science als er weer een doelpunt is gevallen? De variëteit van de letter ‘y’ in de Franse en Nederlandse taal, de vloekende, boerende en rokende matrone die poëzie schrijft,  zijn het alle zelfverzekerden die op weg zijn naar Zaal Paardenbloem.

Zijn het de kunstenaar en de dichter die een uur lang hardop tellen, is het de rol van 2000 zijden stropdassen, het draaiboek van het gezinsontbijt, een bok die zich aan de burgerwet houdt, de zon die op een schip werkt, is het de knoflook van een gedachte, is het de taal van honden en hoe je een paard het best kan beledigen, het aantal maaltijden dat je op kan zonder te bezwijken onder je vorderingen, het overtuigende bewijs dat Kojak de beste serie ooit is, is het de koffie in clublokaal ‘solidair paraat’, is het de tent van getuigenissen of de jas van Abraham Lincoln, de man die 80 jaar op zijn vader wachtte, zijn het de blotekeizerschillen, de wankele grond onder het meisje voor de spiegel, is het Shaka Zulu zelve en zijn gevolg van smurfen?

'De omstandigheid is banaal, in tegenstelling tot de woorden die haar beschrijven,' zegt de Habib Tengour terecht. Het zijn alle prachtige, ontroerende, verontrustende, schokkende, bizarre en rijke woorden die hier de afgelopen dagen zijn uitgesproken.

Ik dank allereerst alle dichters, maar zeker ook alle vertalers, alle musici en zangers, alle regisseurs en stagemanagers, alle programmeurs en voormalig programmeurs, hier in de zaal, alle medewerkers van Poetry, alle vrijwilligers, de technici, de medewerkers van de schouwburg en de enthousiaste pers.

En ik dank vooral u, geliefd publiek. Dat u er was en dat u aan iedereen die u kent kunt vertellen dat u er bij was.

Tot volgend jaar.
© Bas Kwakman
Vertaler: Megen Molé
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère