Artikel
Prijsuitreiking 12 juni op Poetry International Festival
Nominaties 25e C.Buddingh'-Prijs
9 april 2014
Hanneke van Eijken (1981) – Papieren veulens
Uitgeverij Prometheus
Papieren veulens is een rijk debuut dat een overtuigend geheel vormt. Van Eijkens poëzie kenmerkt zich door de heldere taal en de zuiverheid in syntaxis, waarmee zij knap volle beelden weet te construeren.
Maarten van der Graaff (1987) – Vluchtautogedichten
Uitgeverij Atlas Contact
In zijn poëziedebuut bedient Maarten van der Graaff zich gelijk van een breed palet. De bundel bezit vrolijkheid, schwung en geen begrenzing. Van der Graaff toont zich hiermee een lyricus pur sang die een volledig eigen ‘taalwereld’ neerzet.
Josse Kok (1983) – Ik heb geslacht
Uitgeverij Liverse
Josse Kok is sinds 2010 actief en succesvol in het Poetry Slam-circuit, maar zijn debuut is echt een bundel om gelezen te worden. Met zijn gevoel voor klank en gebruik van interpunctie lijkt hij zijn lyrische opwellingen in bedwang te houden.
Hannah van Wieringen (1982) – Hier kijken we naar
Uitgeverij de Harmonie
De debuutbundel van Hannah van Wieringen, ook bekend als schrijfster van korte verhalen en voor theater, valt op door de enorme dosis energie die de gedichten bezitten. Van Wieringen toont daarmee durf en laat tegelijkertijd een eigen stem horen.
De jury van de C. Buddingh’-Prijs 2014 nomineert de debuten van Hanneke van Eijken, Maarten van der Graaff, Josse Kok en Hannah van Wieringen voor de jaarlijkse prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut. 21 Bundels kregen de juryleden Anne Vegter, Patrick Peeters en Rokus Hofstede onder hun neus. De 25ste C. Buddingh’-Prijs wordt op 12 juni a.s. uitgereikt tijdens het Poetry International Festival. Voorafgaand aan de bekendmaking van de winnaar lezen de genomineerden er uit hun bundel voor.
De jury noemt het opvallend dat het merendeel van de inzendingen is verschenen bij kleine uitgeverijen. Slechts vijf debuten kwamen bij ‘grote uitgeverijen’ uit. Ook het aanbod uit Vlaanderen was dit jaar met slechts twee debuten erg klein. Het ontbrak volgens de jury echter niet aan kwaliteit. Meerdere bundels wisten te overtuigen en de jury hebben heeft dan ook vol overtuiging de volgende vier sterke bundels genomineerd:Hanneke van Eijken (1981) – Papieren veulens
Uitgeverij Prometheus
Papieren veulens is een rijk debuut dat een overtuigend geheel vormt. Van Eijkens poëzie kenmerkt zich door de heldere taal en de zuiverheid in syntaxis, waarmee zij knap volle beelden weet te construeren.
Maarten van der Graaff (1987) – Vluchtautogedichten
Uitgeverij Atlas Contact
In zijn poëziedebuut bedient Maarten van der Graaff zich gelijk van een breed palet. De bundel bezit vrolijkheid, schwung en geen begrenzing. Van der Graaff toont zich hiermee een lyricus pur sang die een volledig eigen ‘taalwereld’ neerzet.
Josse Kok (1983) – Ik heb geslacht
Uitgeverij Liverse
Josse Kok is sinds 2010 actief en succesvol in het Poetry Slam-circuit, maar zijn debuut is echt een bundel om gelezen te worden. Met zijn gevoel voor klank en gebruik van interpunctie lijkt hij zijn lyrische opwellingen in bedwang te houden.
Hannah van Wieringen (1982) – Hier kijken we naar
Uitgeverij de Harmonie
De debuutbundel van Hannah van Wieringen, ook bekend als schrijfster van korte verhalen en voor theater, valt op door de enorme dosis energie die de gedichten bezitten. Van Wieringen toont daarmee durf en laat tegelijkertijd een eigen stem horen.
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère