Poetry International Poetry International
Artikel
In gesprek met Maria Barnas over 'Jaja de oerknal'

“Een wereld om in en uit te kunnen stappen”

Tineke de Lange
22 januari 2014
“‘Jaja de oerknal’ is een introspectieve bundel over gevoelens en gewaarwordingen (angst, herinneringen, de creatieve vonk) die niettemin een schat aan beschrijvende observaties en waarnemingen biedt. Het taalgebruik is trefzeker, beheerst en soepel en volgt elegant de grenzen tussen wat gezegd en benoemd wordt, en wat verzwegen of impliciet blijft. De afzonderlijke gedichten bestrijken een groot scala aan vormregisters maar vormen samen een thematische en stilistische eenheid. De beelden zijn krachtig, suggestief maar nooit obligaat-symbolisch.” Dat staat in het tussentijdse juryverslag over ‘Jaja de oerknal’. Ruben Hofma interviewde Barnas over haar genomineerde bundel.
Waar begon ‘Jaja de oerknal’ mee?
“Ik bereidde in 2013 een tentoonstelling voor, My Friend. My Enemy. My Society., die ik organiseerde met Danila Cahen, in Amsterdam. De tentoonstelling ging over mechanismen van angst en hoe deze de samenleving beïnvloeden. Daar wilde ik in mijn gedichten ook aan werken.”
 
Waarom wilde u in uw gedichten daarmee werken?
“Wat me aantrekt in angst is ook wat me afstoot. Het absurde en oncontroleerbare van angst. Ik las net toevallig over een Amerikaan die bang is voor kaas. Wat zegt het over een cultuur wanneer een individu een panische angst ontwikkelt voor eten? Ik citeer waar deze man, die verder goed functioneert, last van krijgt, alleen al bij de gedachte aan kaas: ‘insomnia, sweating, vertigo, stomach pains, and loss of control of his bowels.’ Angst roept als begrip van alles op, maar krijgt nooit een vaste vorm, terwijl het bij individuen specifieke beelden kan oproepen. Angst kan overal opduiken en als machtsmiddel ingezet worden. Terrorisme ontleent zijn kracht aan dreiging, maar ook de angst voor terrorisme levert momenteel een reeks nieuwe nood-wetten op die in rap tempo onze samenleving veranderen. Nieuwe opsporingswetten maken het mogelijk dat alleen op basis van verdenking mensen zonder enige vorm van rechtspraak het land worden uitgezet. Ik beschrijf in de gedichten niet letterlijk wat gevaarlijk is aan angst. Ik hoop wel dat er iets van angstmechanismen zichtbaar wordt. Hoe angst angst oproept. En hoe snel men geneigd is iets te beslissen op basis van angst – hoe absurd en ongrijpbaar die basis ook is."
 
De bundel heeft een opvallende titel. Jaja als in een zucht, maar dan volgt ‘de oerknal’.
“De titel geeft uitdrukking aan de machteloosheid van de mens ten opzichte van de natuurkunde en net zozeer aan de rijkheid en de kracht van taal. Het universum, het ontstaan ervan, en het schijnbaar kleine van jaja – of 'ja'. Het titelgedicht ontstond toen de bundel bij de drukker lag en ik me realiseerde dat ik iets niet had geschreven. Vreemd, want het beeld was tijdens het schrijven van veel gedichten bij me, van de woorden en onrust die in je kunnen bestaan en als vogels kunnen zijn – zoals de Duitsers zeggen ‘Habt ihr eine Meise im Kopf?’ - en ik zocht nog een omschrijving van het gebied tussen verbeelding en tastbare werkelijkheid.”
 
Hoe kwam het tot dit omslagbeeld?
“Mijn redacteur Michele Hutchison zei dat ze vogels zag zwermen in mijn gedichten. Door haar opmerking zocht ik naar zwermen en schreef daarna het eerste gedicht in de bundel, waarin de zwerm als vorm duidelijk aanwezig is. De vormgever kreeg van mij de omslagafbeelding omdat het een zwerm toont van verschillende vogels die normaalgesproken nooit samen zouden zwermen. Het zijn ook afbeeldingen zoals op glaswanden te vinden zijn als stickers om vogels ervoor te behoeden dat ze te pletter vliegen. Dood-werend. Tegelijk dood oproepend, als beeld. De vormgever heeft eindeloos geknipt en geplakt om de zwerm over de voor- en achterkant te laten vliegen.”
 
Welk gedicht kostte u de meeste moeite om te schrijven?
“‘Schoorl’. Het einde was er al bij de vorige bundel. Het was te klankrijk en vol zoals het was. De woorden waren te groot. Iets moest eraan vooraf gaan. Ik wist heel lang niet wat. Tot ik droog ging kijken wat die zinnen opriepen. Ik had geweigerd nostalgisch te zijn over mijn jeugd maar het was opeens duidelijk: of ik volg die nostalgie tot het eind of het gedicht is mislukt. Ik gaf het een kans. Nu passen de grote woorden bij het kind dat ik was. Als kind had ik daar geen last van; alle woorden waren groot.”
 
Het laatste gedicht, Oeverloos, valt qua vorm erg op.
“Het geeft voor mij de ruimte en de benauwdheid aan van wat gebeurt in mijn hoofd wanneer ik aan het woord 'dood' denk. Dat is iets anders dan denken aan de dood. In het verschil tussen het verwijzende van het woord en de klank van het woord en de dood zelf, waar ik me misschien nog minder bij kan voorstellen, vind ik een kleine ontsnapping. Al is dat een puur talige ontsnapping. Het is een vlucht in klank en idee, in plaats van te verdwijnen in het idee van een einde. Maar het is iets. Voor mij past het gedicht goed in de bundel. Het laat zien dat een ruimte te ervaren is tussen het woord en waar het naar verwijst.”
 
Wat betekent de bundel voor u?
“Zoals mijn andere bundels is het een weerslag van een periode. Het is denk ik de eerste bundel waarin ik me waag aan een beeld van de wereld. De gedichten waaraan ik werk betekenen voor mij nog meer dan de gepubliceerde gedichten een wereld om in en uit te kunnen stappen, een parallelle werkelijkheid. Ze bieden mij, in constante dialoog, een manier om een houding te vinden ten opzichte van mijn omgeving. De bundel in mijn hand herinnert me eraan dat het mogelijk is een brug te slaan tussen gedachten in je hoofd, de eindeloze ruimte onder je schedeldak en de wereld waarin je met anderen spreekt en gedachten kunt delen. Ik hoop dat de lezer met mij meekan in de poging op een zo scherp mogelijke, en liefdevolle manier, naar de wereld te kijken – die liefde schuilt in de aandacht, niet per se in wat ik waarneem – om een houding te vinden in dit vreemde leven dat soms niet vreemd genoeg is.” Jaja de oerknal is een van de vijf genomineerde bundels voor de VSB Poëzieprijs 2014. Woensdag 29 januari wordt de winnaar bekend gemaakt en de prijs uitgereikt. Meer informatie over de prijs staat op de site van de VSB Poëzieprijs.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère