Op, socialisten!

Wat krijg je als je de revolutionaire teksten van Marx en Engels, de taoïstische wijsheden van Zhuang Zi en de poëzie van Tonnus Oosterhoff samenbrengt in een voorstelling? Een ongehoorde, gelaagde ervaring waarin taal, muziek en klank samensmelten tot iets wat even prikkelend als ongrijpbaar is. Dichter en literair vernieuwer Tonnus Oosterhoff en pianist Albert van Veenendaal nemen je mee op een tocht vol onverwachte wendingen—van fluisterende poëzie tot resonerende boventonen, van de bronzen klanken van een geprepareerde piano tot de echo’s van een epische vertelling. Wat er precies gaat gebeuren, blijft een verrassing, maar dat het uniek, weerbarstig en meeslepend wordt, staat vast.

Tonnus Oosterhoff (1953) is dichter, schrijver en beeldend literair vernieuwer. Zijn werk kenmerkt zich door een spel met vorm en betekenis waarbij hij conventionele taalstructuren doorbreekt en een unieke poëtische ervaring creëert. Sinds zijn debuut Boerentijger (1990) heeft hij een indrukwekkend en veelvuldig bekroond oeuvre opgebouwd, beloond met onder meer de P.C. Hooft-prijs en de Constantijn Huygens-prijs. Oosterhoff stond aan de voorhoede van de digitale poëzie in Nederland en onderzoekt voortdurend nieuwe manieren om tekst te laten bewegen—op papier én op het scherm.

Pianist en componist Albert van Veenendaal (1956) beweegt zich op het snijvlak van jazz, improvisatie en eigentijdse compositie. Zijn specialiteit is de geprepareerde piano, waarmee hij nieuwe klankwerelden ontsluit en de grenzen van het instrument verlegt. Van Veenendaal werkte samen met een breed scala aan musici en ensembles, variërend van kamermuziek tot avant-garde jazz, en componeerde voor theater en film. Zijn spel is gelaagd en verhalend, waarbij hij met subtiele timbres en percussieve effecten een rijke sonische ervaring creëert. In zijn werk staat experiment centraal, maar altijd in dienst van expressie en zeggingskracht.