Artikel
‘Erik blijft in zijn woorden en in alle woorden waarop hij ons wees.’
Erik Menkveld (1959-2014)
1 april 2014
Erik kon als geen anderen bewonderen. ‘Ik ben opgegroeid met bewondering. Mijn liefde voor poëzie is ontstaan uit andermans enthousiasme,’ zo zei hij ooit. Met zijn Ode aan Ouwens, zijn brieven aan Coltrane, aan de componist Schumann, aan de Nederlandse dichter Fritzi Harsmen van Beek en aan de Amerikaanse Louise Glück, toonde hij zich als een de meest overtuigende, hartveroverende en inspirerende pleitbezorgers voor kunst die ik ken. De manier waarop Erik zijn bewondering deelde was echter nooit voorwaardelijk. Erik kon met macht bewonderen. ‘Als je niet in staat bent om te horen hoe geniaal deze cantate van Bach is, dan kun je niet langer meer mijn vriend zijn’, zei hij dan, of ‘Als je dat geen goede dichtregel vindt, dan hoef je wat mij betreft nooit meer een woord tot mij te richten.’
Als je al naar een overeenkomst zoekt tussen de idolen van Erik, dan is het misschien wel het feit dat ze allemaal zochten naar het hogere, en dat ze daar allemaal wonderschoon in faalden. Zoals Messiaen de stem van God meende te vinden in vogelgeluiden of Coltrane zelf met die stem probeerde te spreken door maar lang en intens genoeg in de hoogste registers te soleren. Chasin’ the ’Trane.
Terwijl Erik ons op zijn helden wees, groeide bij ons de bewondering voor het werk van Erik zelf. Erik werd een van de belangrijkste dichters van zijn tijd. Met precieze, zoekende, soms dwepende en dan weer vlijmscherpe regels. Met oog voor detail, met genoeg lef voor ironie en met de onbevangen en nieuwsgierige blik van de Hollandse jongen die in zijn eentje door polders en bossen struint.
Erik blijft in zijn woorden en in alle woorden waarop hij ons wees. Hij blijft in vissen, in kilo’s, in vogelvriendelijke honden, cantates en saxsolo’s.
We gaan hem ongelooflijk missen.
Op zondag 30 maart is Erik Menkveld aan een hartstilstand overleden. Erik was van 1998 tot en met 2002 als programmeur verbonden aan het Poetry International Festival. Hij bleef als dichter, presentator, adviseur, inspirator en vriend. Dankzij Erik hebben tal van mensen kennis gemaakt met de meest fantastische stemmen uit de hele wereld.
Op zondag 13 juni 2004 presenteerde Erik Menkveld tijdens het 35e Poetry International Festival een programma met de dichter Kees Ouwens, vlak voor diens overlijden. Erik was een groot bewonderaar van het werk van Ouwens en waarschuwde ons aan het begin van zijn presentatie dan ook dat zijn aankondiging wat persoonlijker zou worden dan gangbaar. Wat volgde was een van de mooiste en meest ontroerende pleidooien voor poëzie die ik ooit heb gehoord. De aankondiging van Erik en het optreden daarna van Ouwens werd daarmee een van mijn meest memorabele festivalmomenten.Erik kon als geen anderen bewonderen. ‘Ik ben opgegroeid met bewondering. Mijn liefde voor poëzie is ontstaan uit andermans enthousiasme,’ zo zei hij ooit. Met zijn Ode aan Ouwens, zijn brieven aan Coltrane, aan de componist Schumann, aan de Nederlandse dichter Fritzi Harsmen van Beek en aan de Amerikaanse Louise Glück, toonde hij zich als een de meest overtuigende, hartveroverende en inspirerende pleitbezorgers voor kunst die ik ken. De manier waarop Erik zijn bewondering deelde was echter nooit voorwaardelijk. Erik kon met macht bewonderen. ‘Als je niet in staat bent om te horen hoe geniaal deze cantate van Bach is, dan kun je niet langer meer mijn vriend zijn’, zei hij dan, of ‘Als je dat geen goede dichtregel vindt, dan hoef je wat mij betreft nooit meer een woord tot mij te richten.’
Als je al naar een overeenkomst zoekt tussen de idolen van Erik, dan is het misschien wel het feit dat ze allemaal zochten naar het hogere, en dat ze daar allemaal wonderschoon in faalden. Zoals Messiaen de stem van God meende te vinden in vogelgeluiden of Coltrane zelf met die stem probeerde te spreken door maar lang en intens genoeg in de hoogste registers te soleren. Chasin’ the ’Trane.
Terwijl Erik ons op zijn helden wees, groeide bij ons de bewondering voor het werk van Erik zelf. Erik werd een van de belangrijkste dichters van zijn tijd. Met precieze, zoekende, soms dwepende en dan weer vlijmscherpe regels. Met oog voor detail, met genoeg lef voor ironie en met de onbevangen en nieuwsgierige blik van de Hollandse jongen die in zijn eentje door polders en bossen struint.
Erik blijft in zijn woorden en in alle woorden waarop hij ons wees. Hij blijft in vissen, in kilo’s, in vogelvriendelijke honden, cantates en saxsolo’s.
We gaan hem ongelooflijk missen.
© Bas Kwakman
Vertaler: Megen Molé
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère