Artikel
Het Vrije Woord
13 juni 2013
Ik vroeg hem in die week of hij kon regelen dat Chinese dichters die gevangen zaten werden uitgenodigd om naar het festival te komen. Hij zei dat ik ook zelf naar Peking kon komen om dichters uit te nodigen. Zodoende ben ik naar Peking gereisd. We waren samen te gast bij een borrel toen Ho Hsiang Lin vertelde dat er een minister van Cultuur aanwezig was, die mij wilde ontmoeten. Die minister had datzelfde jaar geweigerd om minister Balkende te ontmoeten toen deze China bezocht. Balkende, een politicus, wilde hij niet zien maar hij was wel geinteresseerd in dichters en in het festival. De minister kwam naar mij toe, stak zijn hand uit en zei: “Wie moeten er uit de gevangenis komen?” Ik noemde een aantal namen en hij heeft het direct geregeld. Hij vertrouwde mij kennelijk,’ glimlacht Martin Mooij. ’En ik erkende natuurlijk de staat China.’
Later ging Poetry zich ook bezig houden met dichters die vervolgd werden in landen zoals Indonesië en in Afrikaanse landen. Financiële steun kwam van havenbaron Ludo Pieters. Pieters schreef zelf ook en vond net als Martin Mooij en Adriaan van der Staaij, voormalig directeur van de Kunststichting, dat dichters niet in een gevangenis thuis horen.
Zo was er een keer een Afrikaanse dichter die grapjes over de dictator in zijn land had gemaakt. Die werd gelijk de gevangenis ingegooid. Poetry schreef een brief naar ministers om zo’n dichter vrij te krijgen. De dictator reageerde niet maar wilde op een gegeven moment een staatsbezoek brengen aan Engeland en graag ontvangen worden door koningin Elisabeth. De Engelse ambassadeur was daarvan op de hoogte. Poetry had contact met hem en de partijen sloegen de handen ineen. De ambassadeur heeft een bericht naar de dictator verstuurd met de mededeling: ‘Laat onmiddelijk die dichter vrij, anders mogen jullie Engeland niet in en zal onze koningin jullie niet ontvangen. Daar zal ik persoonlijk voor zorgen.’ De aanpak was succesvol. ‘Wist die dictator veel, maar reken maar dat die dichter op vrije voeten kwam,’ aldus Martin Mooij.
Poetry International kenmerkt zich door de talloze legendarische optredens van nationale en internationale dichters. Maar Poetry zet zich ook, succesvol, in voor dichters die vervolgd worden of in de gevangenis zitten. Hierbij twee bijzondere verhalen over gevangengezette dichters die werden vrijgelaten.
‘We hebben veel dichters uit China uit de gevangenis gekregen,’ vertelt Martin Mooij. Hulp kwam uit onverwachte hoek. ‘Begin jaren 80 trad er tijdens een dichtersfestival in Belgrado een Chinese dichter op, Ho Hsiang Lin. Mijn vrouw zei: “Die moet je schrijven en uitnodigen voor Poetry.” Ik dacht dat dat helemaal geen zin zou hebben, omdat er toch geen antwoord uit Peking zou komen. Maar ze drong aan ik heb toch geschreven. Tot mijn verbazing kwam hij. Ik begreep het niet. “Hoe kan het dat hij zelf kan bepalen dat hij komt?”, dacht ik. In 1983 kwam hij naar Nederland en is een tijdje bij ons gebleven. Hij was niet alleen dichter en vertaler maar ook professor Engels en zat hoog in het bestuur van de communistische partij in China.Ik vroeg hem in die week of hij kon regelen dat Chinese dichters die gevangen zaten werden uitgenodigd om naar het festival te komen. Hij zei dat ik ook zelf naar Peking kon komen om dichters uit te nodigen. Zodoende ben ik naar Peking gereisd. We waren samen te gast bij een borrel toen Ho Hsiang Lin vertelde dat er een minister van Cultuur aanwezig was, die mij wilde ontmoeten. Die minister had datzelfde jaar geweigerd om minister Balkende te ontmoeten toen deze China bezocht. Balkende, een politicus, wilde hij niet zien maar hij was wel geinteresseerd in dichters en in het festival. De minister kwam naar mij toe, stak zijn hand uit en zei: “Wie moeten er uit de gevangenis komen?” Ik noemde een aantal namen en hij heeft het direct geregeld. Hij vertrouwde mij kennelijk,’ glimlacht Martin Mooij. ’En ik erkende natuurlijk de staat China.’
Later ging Poetry zich ook bezig houden met dichters die vervolgd werden in landen zoals Indonesië en in Afrikaanse landen. Financiële steun kwam van havenbaron Ludo Pieters. Pieters schreef zelf ook en vond net als Martin Mooij en Adriaan van der Staaij, voormalig directeur van de Kunststichting, dat dichters niet in een gevangenis thuis horen.
Zo was er een keer een Afrikaanse dichter die grapjes over de dictator in zijn land had gemaakt. Die werd gelijk de gevangenis ingegooid. Poetry schreef een brief naar ministers om zo’n dichter vrij te krijgen. De dictator reageerde niet maar wilde op een gegeven moment een staatsbezoek brengen aan Engeland en graag ontvangen worden door koningin Elisabeth. De Engelse ambassadeur was daarvan op de hoogte. Poetry had contact met hem en de partijen sloegen de handen ineen. De ambassadeur heeft een bericht naar de dictator verstuurd met de mededeling: ‘Laat onmiddelijk die dichter vrij, anders mogen jullie Engeland niet in en zal onze koningin jullie niet ontvangen. Daar zal ik persoonlijk voor zorgen.’ De aanpak was succesvol. ‘Wist die dictator veel, maar reken maar dat die dichter op vrije voeten kwam,’ aldus Martin Mooij.
© Saskia Wigbold
Sponsors
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère